Aanspraak op bijdrage levensonderhoud van jongmeerderjarigen
Een scheiding brengt niet alleen emotionele, maar ook juridische gevolgen met zich mee. Zeker wanneer er kinderen bij betrokken zijn moeten ouders afspraken maken over onder meer de zorgverdeling en kinderalimentatie. Maar hoe zit dat wanneer een kind inmiddels 18 jaar of ouder is? De Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2025:724) heeft recent verduidelijkt hoe de aanspraak op een bijdrage in het levensonderhoud en de studiekosten van jongmeerderjarigen juridisch moet worden behandeld. In deze blog leest u wat dit arrest betekent voor de praktijk!
Scheiding en kinderalimentatie
Wanneer zich onverhoopt een scheiding voordoet en daar kinderen bij betrokken zijn, zijn ouders verplicht een ouderschapsplan op te stellen. Ook afspraken over kinderalimentatie worden daarin opgenomen. De hoogte van kinderalimentatie is afhankelijk van behoefte en draagkracht. Op basis van persoonlijke omstandigheden wordt vastgesteld of kinderalimentatie moet worden betaald.
Jongmeerderjarigen
Vanaf het moment dat een kind 18 jaar wordt spreken we – totdat deze de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt – van een jongmeerderjarige. De jongmeerderjarige heeft, vanwege zijn of haar leeftijd, het recht om de kinderalimentatie zelf te ontvangen. De jongmeerderjarige moet daar dan wel zelf aanspraak op maken, zo heeft de Hoge Raad beslist.
Hoge Raad
De vraag stond centraal of een ouder, met toestemming van de jongmeerderjarige, tijdens de echtscheidingsprocedure namens het betreffende kind een bijdrage kan vragen voor levensonderhoud en studie. De Hoge Raad oordeelde dat dit niet mogelijk is. Volgens de Hoge Raad valt een dergelijk verzoek niet binnen de reikwijdte van de artikelen 822 en 827 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), die de voorlopige voorzieningen en nevenvoorzieningen bij echtscheidingen regelen. Deze bepalingen zijn bedoeld voor kwesties tussen de ouders onderling, zoals de zorgregeling of kinderalimentatie voor minderjarige kinderen. De bijdrage voor een jongmeerderjarige is echter een persoonlijk recht van het kind zelf tegenover de ouders. Dat betekent dat de jongmeerderjarige zelfstandig – of via een gemachtigde ouder – een verzoek moet indienen op grond van artikel 1:395a BW.
Praktische gevolgen
Hoewel het verzoek van de jongmeerderjarige niet rechtstreeks kan worden meegenomen in de echtscheidingsprocedure, biedt de Hoge Raad wel ruimte voor een praktische oplossing. Een verzoek van de jongmeerderjarige kan gelijktijdig worden behandeld met de echtscheidingsverzoeken van de ouders. Zo kunnen de samenhangende kwesties in één zitting worden besproken.
De rechtbank Overijssel zal vanaf 15 oktober 2025 advocaten in de gelegenheid stellen om een separaat verzoek van de jongmeerderjarige in te dienen, als deze ontbreekt. In de beschikking wordt het verzoek van de ouders in beginsel niet ontvankelijk verklaard ten aanzien van het verzoek dat ziet op de jongmeerderjarige. Vanaf 1 januari 2026 zal de rechtbank Overijssel een ouder die zelf een verzoek doet met betrekking tot een jongmeerderjarige in beginsel niet-ontvankelijk verklaren.
Voor ouders én jongmeerderjarigen is het dus belangrijk om tijdig juridisch advies in te winnen. Zo kan worden bepaald wie het verzoek moet indienen, hoe een eventuele machtiging moet worden geregeld en hoe de bijdrage het beste kan worden vastgesteld.
Vragen?
Heeft u vragen over deze blog of andere familierechtelijke kwesties? Benader dan gerust een van onze specialisten via mr. Willeke Krieger (krieger@tlcadvocaten.nl). Tevens zijn we te bereiken op 053-3033000 (Enschede) of 0523-745640 (Hardenberg) of via info@tlcadvocaten.nl