T +31 53 303 30 00

 

Letselschade en causaal verband: Recente ontwikkelingen

TLC International Law > Aansprakelijkheidsrecht  > Letselschade en causaal verband: Recente ontwikkelingen

Letselschade en causaal verband: Recente ontwikkelingen

In het verkeer gebeuren dagelijks veel ongevallen. Een veel voorkomend ongeval is een kop-staartbotsing, waarbij degene die van achteren wordt aangereden door de klap van de aanrijding een whiplash kan oplopen. In deze blog zal een recent arrest worden besproken waarbij in geschil is of, en zo ja, in hoeverre de medische klachten die eiser na het ongeval ondervond zijn toe te rekenen aan het ongeval.

Causaal verband

Indien een slachtoffer schade lijdt als gevolg van een (verkeers-)ongeval, kan het slachtoffer een vordering tot schadevergoeding indienen. Voor de toewijzing van een dergelijke vordering is onder andere vereist dat tussen het ongeval en het letsel een causaal verband bestaat.

Aangezien de klachten behorende bij een whiplash erg kunnen variëren en zich niet altijd direct na het ongeval openbaren, staat het causaal verband tussen het ongeval en deze klachten regelmatig ter discussie. Whiplashklachten kunnen namelijk niet zichtbaar gemaakt worden door foto’s of scans en worden daarom getypeerd als medisch niet objectiveerbaar letsel. In de jurisprudentie is bepaald dat aan (het bewijs van) het oorzakelijk verband tussen het ongeval en de whiplashklachten niet al te hoge eisen mogen worden gesteld.

Wanneer de rechtbank of het hof beslissing neemt omtrent een vordering tot schadevergoeding, is het van belang dat deze beslissing voldoende gemotiveerd en niet tegenstrijdig is. Zeker bij whiplashklachten is dit van belang, nu deze klachten moeilijk te objectiveren zijn. Dat het belang van motivering groot is, blijkt uit een recentelijk arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2023:1275) dat in dit blog centraal staat.

De feiten

Een ex-rijschoolhouder wordt op 19 mei 2012, terwijl hij met zijn motorfiets stilstaat bij een stoplicht, van achteren aangereden door een bij Vivium (hierna: ‘de verzekeraar’) verzekerde automobilist die te snel optrekt. Na dit ongeval is de ex-rijschoolhouder volledig arbeidsongeschikt verklaard en heeft hij niet meer gewerkt. De verzekeraar heeft aansprakelijkheid voor het ongeval erkend.

Van belang is dat de ex-rijschoolhouder al vóór het ongeval in 2011 als 2012 tijdelijk gedeeltelijk arbeidsongeschikt resp. tijdelijk volledig arbeidsongeschikt is geweest in verband met een nekhernia.

Tussen de ex-rijschoolhouder en de verzekeraar is vervolgens een geschil ontstaan over het al dan niet bestaan van een medisch causaal verband tussen het ongeval en de volledige arbeidsongeschiktheid van meneer.

Het arrest

Het hof overweegt in haar eerste tussenarrest dat het ontbreken van een medisch aantoonbare verklaring voor het letsel niet zonder meer in de weg hoeft te staan aan het aannemen van het causaal verband. De ex-rijschoolhouder had vóór het ongeval al diverse klachten, maar deze klachten zijn na het ongeval toegenomen. Deze klachten zijn te wijten aan een andere oorzaak, namelijk whiplash associated disorder. De door het hof ingeschakelde deskundige heeft daaromtrent geen oordeel gegeven en waardoor onduidelijk is gebleven waarom de klachten van de ex-rijschoolhouder niet als aanwezig, reëel, niet ingebeeld, niet voorgewend en niet overdreven kunnen worden beschouwd.

Vervolgens is bij het tweede tussenarrest een andere deskundige ingeschakeld. Deze deskundige concludeert dat “ten gevolge van het ongeval aantoonbaar geen verandering is ontstaan van de halswervelkolom in de vorm van een traumatisch letsel.” In haar eindarrest overweegt het hof ten slotte dat niet is komen vast te staan dat sprake is van een toegenomen arbeidsongeschiktheid van de ex-rijschoolhouder als gevolg van het ongeval.

De ex-rijschoolhouder heeft cassatie ingediend en gesteld dat het eindoordeel van het hof tegenstrijdig en onvoldoende gemotiveerd is. De Hoge Raad acht deze klacht gegrond. In haar eerste tussenarrest heeft het hof namelijk uitdrukkelijk de mogelijkheid opengelaten dat, ook wanneer een medisch aantoonbare verklaring voor klachten van de ex-rijschoolhouder ontbreekt, het causaal verband tussen het ongeval en de klachten kan worden aangenomen. In het eindarrest is het hof ten onrechte niet ingegaan op de mogelijkheid dat een causaal verband wordt aangenomen, ook indien de aandoening op neurologisch vakgebied niet komt vast te staan.

Kortom, het ontbreken van een medisch aantoonbare verklaring voor letsel hoeft niet zonder meer in de weg te staan aan het aannemen van een causaal verband. De beslissing tot het al dan niet aannemen van een causaal verband tussen het letsel en het ongeval dient wel voorzien te zijn van een deugdelijke motivering.

Vragen?

Heeft u vragen over deze blog of andere letselschade kwesties? Benader dan gerust onze specialisten via mr. Willeke Krieger (krieger@tlcadvocaten.nl). Ook kunt u ons bereiken op 053-3033000 (Enschede) of 0523-745640 (Hardenberg) of via info@tlcadvocaten.nl.