Drie voltijdbanen tegelijk: werkneemster moet ruim €73.000 terugbetalen
Wat gebeurt er als een werknemer drie fulltimebanen tegelijk aanneemt — en vervolgens ziek uitvalt? De rechtbank Amsterdam boog zich onlangs over deze bijzondere kwestie. Het resultaat: een forse schadevergoeding van ruim €73.000 en een duidelijke boodschap over de grenzen van goed werknemerschap. Meer weten? Lees het in deze blog!
Drie banen naast elkaar
De betrokken werkneemster, een alleenstaande moeder van twee kinderen, trad in september 2021 in dienst bij Henkel Global Supply Chain als Data Scientist. Slechts enkele maanden later – in januari 2022 – begon zij daarnaast een tweede voltijdse baan bij Avery Dennison én startte zij een fulltime stage bij ABN AMRO, die duurde tot september 2022. Ook verrichtte zij incidenteel werkzaamheden voor de Vrije Universiteit.
In totaal werkte zij theoretisch 120 uur per week. Na een half jaar bij Henkel meldde zij zich in februari 2022 ziek. Gedurende haar ziekte ontving zij doorbetaling van haar loon: het eerste jaar volledig, het tweede jaar voor 70%. Kort daarna meldde zij zich ook ziek bij haar andere werkgevers en ontving zij eveneens daar loondoorbetaling en later Ziektewetuitkeringen.
Ontdekking door het UWV
Pas in juni 2024 kwam de situatie aan het licht. Tijdens een telefoongesprek met het UWV over een WIA-aanvraag werd Henkel geïnformeerd dat de werkneemster volgens de gegevens van de Belastingdienst nog een tweede werkgever had. Nadere controle bracht vervolgens ook het derde dienstverband aan het licht.
Verweer van de werkneemster
De werkneemster stelde dat Henkel van de andere twee dienstverbanden wist en hiermee akkoord was gegaan. De kantonrechter vond dit volstrekt onwaarschijnlijk: deze stelling was onvoldoende onderbouwd of anderszins gebleken. De stelling dat drie voltijdbanen naast elkaar goed uitvoerbaar zouden zijn, werd door de rechter als onwaarschijnlijk beoordeeld.
Een goed werknemer behoort te begrijpen dat het combineren van drie voltijdse functies — zeker als alleenstaande moeder met twee kinderen — praktisch onhaalbaar is. Ook zonder een formeel nevenwerkzaamhedenbeding had zij haar plannen moeten bespreken met Henkel en om toestemming moeten vragen.
Schending van goed werknemerschap
Volgens de kantonrechter is hier sprake van een ernstige schending van de verplichtingen uit goed werknemerschap. Werkneemster is als goed werknemer in ernstige mate tekort geschoten ten opzichte van Henkel, haar werkgever. De werkneemster heeft haar werkgever misleid, nagelaten openheid te geven over haar werkzaamheden en pas inzicht geboden nadat Henkel een getuigenverhoor had aangekondigd.
Hoewel het recht op vrije arbeidskeuze zwaar weegt, vindt het zijn grens in wettelijke bepalingen zoals de Arbeidstijdenwet en de verplichtingen uit artikel 7:611 BW.
Terugbetaling van onterecht ontvangen bedragen
Henkel vorderde aanvankelijk € 77.260,67 op grond van artikel 7:629 lid 5 BW (verrekening van inkomsten tijdens ziekte), maar die bepaling bleek niet toepasselijk. De rechter paste daarom artikel 25 Rv toe en vulde de rechtsgrond ambtshalve aan.
Uiteindelijk oordeelde de kantonrechter dat de werkneemster aansprakelijk is voor de schade die Henkel heeft geleden. De schadevergoeding, gebaseerd op de inkomsten die zij tijdens haar ziekte ontving van andere werkgevers en uit Ziektewetuitkeringen, werd vastgesteld op €73.285. De rechter adviseerde partijen om onderling een betalingsregeling te treffen.
Belang voor werkgevers
Deze uitspraak onderstreept dat werknemers ook zonder expliciet nevenwerkzaamhedenbeding niet zomaar verschillende banen kunnen aannemen. Voor werkgevers is het raadzaam om afspraken over nevenwerkzaamheden duidelijk vast te leggen en alert te zijn op signalen.
Vragen?
Heeft u vragen over deze blog of andere arbeidsrechtelijke kwesties? Benader dan gerust een van onze specialisten via mr. Willeke Krieger (krieger@tlcadvocaten.nl). Tevens zijn we te bereiken op 053-3033000 (Enschede) of 0523-745640 (Hardenberg) of via info@tlcadvocaten.nl