T +31 53 303 30 00

 

Motivering echtscheidingsverzoek

TLC International Law > Familierecht  > Motivering echtscheidingsverzoek

Motivering echtscheidingsverzoek

Motivering echtscheidingsverzoek

 

Echtscheidingsverzoek

Een echtscheidingsverzoek kan worden gedaan op gemeenschappelijk verzoek van beide echtgenoten dan wel op verzoek van één der echtgenoten ingevolge artikel 154 en artikel 151 in samenhang met artikel 150 van het Burgerlijk Wetboek 1.

Voor zowel het gemeenschappelijk verzoek als het eenzijdige verzoek geldt hetzelfde criterium, te weten: ‘Het huwelijk is duurzaam ontwricht’.

Indien partijen gezamenlijk een verzoek tot echtscheiding indienen, lijkt de duurzame ontwrichting vast te staan. Immers, waarom zouden partijen gezamenlijk een verzoek tot echtscheiding indienen indien zij anders van mening zijn? Bij eenzijdig verzoek tot echtscheiding is echter niet ondenkbaar dat de ander van mening is dat geen sprake is van een duurzame ontwrichting. In dat kader kan de vraag worden opgeworpen hoe invulling dient te worden gegeven aan het criterium ‘duurzame ontwrichting van het huwelijk’.

Duurzame ontwrichting van het huwelijk

Bij een echtscheidingsverzoek moet, gelet op voornoemde, altijd worden gesteld dat het huwelijk tussen partijen duurzaam is ontwricht. De vraag die hierbij kan worden opgeworpen is:
Is het voldoende is om enkel te stellen dat het huwelijk duurzaam is ontwricht of is nadere onderbouwing van deze stelling vereist zodat daadwerkelijk kan worden beoordeeld of in het concrete geval sprake is van de gestelde duurzame ontwrichting?

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft voornoemde vraag beantwoord in de uitspraak van 5 april 2020.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 05-04-2020 ECLI:NL:GHARL:2020:2265

In bovengenoemde kwestie  was de man in hoger beroep gegaan tegen de uitspraak van de rechtbank inhoudende dat de echtscheiding tussen partijen is uitgesproken.

De man komt tegen de beslissing van de rechtbank op en verzoek het Gerechtshof de bestreden beschikking te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, alsnog het echtscheidingsverzoek van de vrouw af te wijzen. Aan dit verzoek legt de man ten grondslag dat, in tegenstelling tot hetgeen de vrouw had gesteld, geen sprake zou zijn van een duurzame ontwrichting. De man voerde aan dat voor hem onbekend is waarom de vrouw bij hem is weggegaan.

Volgens het Gerechtshof is er sprake van een duurzame ontwrichting van het huwelijk, indien:

de voortzetting van de samenleving ondraaglijk is geworden, zonder dat er uitzicht bestaat op herstel van behoorlijke echtelijke verhoudingen. Of sprake is van duurzame ontwrichting moet worden beoordeeld naar het tijdstip van de uitspraak oftewel naar het heden.’

De man had ter zitting aangevoerd dat hij en de vrouw in totaal acht dagen hebben samengewoond. De vrouw heeft aangegeven niet meer met de man verder te willen en heeft de woning verlaten. Sinds zij de woning had verlaten was er geen contact meer geweest tussen partijen en was de verblijfplaats van de vrouw voor de man onbekend. Volgens de man wenste de vrouw niet langer met hem te communiceren en had zij inmiddels ook een nieuwe partner.

De man heeft eveneens aangegeven dat zijn relatie met de vrouw eerder uit is geweest en dat de vrouw zowel voor als tijdens het huwelijk ook andere partners heeft gehad, maar dat ze altijd weer bij de man terugkeerde. Volgens de man is daarom dan ook geen sprake van een definitief einde van de relatie, nu hij verwacht dat de vrouw ook nu zal terugkeren.

Tot slot heeft de man nog aangevoerd dat de vrouw door haar verslavingsproblematiek, psychische problemen en een verstandelijke beperking niet weet wat ze doet en dat de man haar wil helpen in te zien dat zij niet de juiste keuze maakt.

Oordeel Gerechtshof

Het Gerechtshof oordeelde dat voor het echtscheidingsverzoek niet beslissend is hoe de duurzame ontwrichting is ontstaan. Beslissend is volgens het Gerechtshof enkel of er sprake is van een duurzame ontwrichting.

Het Gerechtshof overweegt dat uit voornoemde feiten en omstandigheden volgt dat partijen al bijna 2,5 jaar geen contact meer met elkaar hebben en merkt dat aan als een ernstige aanwijzing voor de duurzame ontwrichting van het huwelijk van partijen.

Ten aanzien van het argument van de man inhoudende dat hij van mening is dat er geen sprake is van een definitief einde van de relatie, constateert het Gerechtshof dat er geen enkele aanwijzing is dat de vrouw de relatie met de man wil herstellen. Uit het inleidend verzoekschrift en het verweer van de vrouw in hoger beroep volgt, aldus het Gerechtshof, zelfs dat zij volhardt in haar standpunt dat haar huwelijk met de man definitief voorbij is.

Ten aanzien van de door de man gestelde verslavingsproblematiek, psychische problemen en verstandelijke beperking oordeelt het Gerechtshof dat, voor zover de man hiermee bedoeld heeft dat de vrouw met betrekking tot het indienen van een echtscheidingsverzoek niet in staat is geweest haar wil daaromtrent te bepalen en de betekenis daarvan te begrijpen, hetgeen de man heeft aangevoerd hieromtrent deze conclusie niet kan dragen.

Conclusie

Bij de vraag of het huwelijk duurzaam is ontwricht en de echtscheiding dus op grond daarvan kan worden uitgesproken is enkel beslissend of er sprake is van een duurzame ontwrichting. Hoe deze duurzame ontwrichting is ontstaan is niet beslissend.

Vragen?

Heeft u vragen over deze blog of over andere familierechtelijke kwesties? Neem dan contact op met onze familierecht advocaat! Mr. Willeke Krieger is te bereiken via krieger@tlcadvocaten.nl