T +31 53 303 30 00

 

Persoonlijk aansprakelijk bij een faillissement?

TLC International Law > Ondernemingsrecht  > Persoonlijk aansprakelijk bij een faillissement?

Persoonlijk aansprakelijk bij een faillissement?

Wanneer een onderneming failliet is verklaard, heeft deze vaak niet voldoende baten om alle schuldeisers te betalen. In de meeste gevallen blijven veel schuldeisers dus met lege handen achter. In sommige gevallen kan het privévermogen van de bestuurder(s) worden aangesproken om de tekorten te voldoen. Wanneer dat zich voordoet, leest u in deze blog!

Rechtsvorm

In geval een onderneming failliet is verklaard, zal met het oog op persoonlijke aansprakelijkheid allereerst worden gekeken naar de rechtsvorm van de onderneming. Te denken valt aan een eenmanszaak, een vennootschap onder firma (vof) of een besloten vennootschap (bv). Sommige rechtsvormen bezitten namelijk rechtspersoonlijkheid. Dat houdt in dat zij door de wet, op grond van artikel 2:5 Burgerlijk Wetboek, als natuurlijk persoon worden gezien. Een rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid is in staat om bijvoorbeeld overeenkomsten te sluiten of schulden te hebben. De rechtsvormen die rechtspersoonlijkheid bezitten zijn:

  • Besloten vennootschap (bv)
  • Naamloze vennootschap (nv)
  • Verenging
  • Coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij
  • Stichting
  • Kerkgenootschap

 

Daarnaast zijn er ook rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid. Bij een rechtsvorm zonder rechtspersoonlijkheid is het privévermogen van de bestuurder aansprakelijk voor de schulden van de onderneming. De rechtsvormen die geen rechtspersoonlijkheid bezitten zijn:

  • Eenmanszaak
  • Vennootschap onder firma (vof)
  • Commanditaire vennootschap (cv)
  • Maatschap
  • Rederij

 

Het onderscheid tussen rechtsvormen met en zonder rechtspersoonlijkheid is van belang, omdat bij rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid de bestuurder direct persoonlijk aansprakelijk is voor het tekort bij een faillissement. Het privévermogen van de bestuurder van een onderneming met deze rechtsvormen, kan dus worden aangesproken om het faillissementstekort van de onderneming te voldoen.

Onbehoorlijk bestuur

Komen de rechtsvormen met rechtspersoonlijkheid er dan makkelijk vanaf? Dat hoeft niet het geval te zijn. In bijzondere gevallen worden de privévermogens van de bestuurders van ondernemingen met rechtspersoonlijkheid aansprakelijk gesteld voor het faillissementstekort. Dit is mogelijk indien er sprake is geweest van onbehoorlijk bestuur. Deze eis is neergelegd in artikel 2:248 van het Burgerlijk Wetboek.

Wanneer is er dan sprake van onbehoorlijk bestuur? Artikel 2:248 lid 2 Burgerlijk Wetboek geeft twee situaties waarin wordt vermoed dat onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement is. Ten eerste wordt daarbij gewezen op de administratieplicht die is neergelegd in artikel 2:10 Burgerlijk Wetboek. Ten tweede wordt gewezen op artikel 2:394 Burgerlijk Wetboek, waarin de termijn van de openbaarmaking van de jaarrekening is neergelegd. Indien aan één van beide plichten niet is voldaan, wordt dit dus als belangrijke oorzaak van het faillissement gezien.

Een andere grond om te concluderen dat sprake is van onbehoorlijk bestuur, hoewel deze niet met zoveel woorden in artikel 2:248 van het Burgerlijk Wetboek wordt genoemd, is gelegen in de situatie waarin geen redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden op dezelfde wijze zou hebben gehandeld. Het moet dan gaan om onverantwoordelijk gedrag van de bestuurder, waarbij hij wist of had moeten weten dat zijn actie de schuldeisers zou benadelen.

Op grond van artikel 2:248 van het Burgerlijk Wetboek is elke bestuurder hoofdelijk aansprakelijk voor het boedeltekort. Hoofdelijke aansprakelijkheid houdt in dat elk van de betrokken bestuurders individueel verantwoordelijk kan worden gehouden voor de volledige schuld of verplichting, ongeacht hun individuele aandeel. Dit betekent dat een schuldeiser de volledige vordering op één of meerdere bestuurders kan verhalen, totdat de gehele schuld is voldaan. Een bestuurder heeft wel de mogelijkheid om zich te disculperen, dat houdt in dat hem individueel geen verwijt kan worden gemaakt. De bestuurder zal in een dergelijk geval gemotiveerd moeten aantonen dat hem geen verwijt valt te maken. Hij zal moeten aantonen dat hij er alles aan gedaan heeft om zijn taak behoorlijk te vervullen.

Uitspraak

Bijvoorbeeld in een uitspraak van de rechtbank Rotterdam, daterend van 8 mei 2024 (ECLI:NL:RBROT:2024:4388), werd het privévermogen van een bestuurder op grond van onbehoorlijk bestuur aansprakelijk gesteld voor een tekort van meer dan €300.000,-. De rechtbank oordeelde dat de onderneming de administratieverplichtingen uit artikel 2:10 van het Burgerlijk Wetboek niet zijn nagekomen. Derhalve werd het privévermogen van de bestuurder aansprakelijk gesteld voor het tekort in het faillissement.

Vragen?

Heeft u vragen over deze blog of andere faillissementskwesties? Benader dan gerust een van onze specialisten via: mr. Willeke Krieger (krieger@tlcadvocaten.nl). Tevens zijn we te bereiken op 053-3033000 (Enschede) of 0523-745640 (Hardenberg) of via info@tlcadvocaten.nl