T +31 53 303 30 00

 

TVL – Referentieperiode. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verwacht meer flexibiliteit en maatwerk!

TLC International Law > Covid-19  > TVL – Referentieperiode. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verwacht meer flexibiliteit en maatwerk!

TVL – Referentieperiode. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verwacht meer flexibiliteit en maatwerk!

De eerste TVL regeling is medio 2020 gepresenteerd als compensatiemaatregel voor de ondernemers die hard zijn geraakt door de beperkende overheidsmaatregelen in de strijd tegen Covid-19. Een regeling die met stoom en kokend water op poten is gezet om de vele ondernemers snel tegemoet te kunnen komen. Inmiddels is de regeling al zes kwartalen verlengd en worden de tekortkomingen in de regeling zichtbaar.

Referentieperiode

Het recht op TVL wordt voor ondernemers kort gezegd berekend op basis van een pré-corona referentieperiode. Geen probleem voor de gevestigde bedrijven die ‘gewoon’ doordraaien, maar voor ondernemers in een bijzondere positie kan dit tot grote problemen leiden. Denk aan de starters, bij overnames of na uitbereidingen en/of grote investeringen. De pré-corona periode is dan immers geen passende referentie (meer).  Voor een grote groep startende ondernemers bestaat nu een aangepaste regeling, maar helaas zijn er nog steeds ondernemers die ‘buiten de boot’ vallen.

Flexibiliteit en maatwerk gevraagd

Het CBB (College van Beroep voor het Bedrijfsleven) heeft zich in beroep uitgesproken over een horecaondernemer die zijn onderneming is gestart met een grote verbouwing. Zijn inschrijving in het handelsregister dateerde van 6  december 2019. De referentieperiode voor de aanvraag TVL was voor de RVO dus de omzet over de periode van 6 december 2019 tot en met 15 maart 2020. Dat de ondernemer door de verbouwing pas feitelijk zijn deuren voor het eerst opende op 17 februari 2020 laat de RVO buiten beschouwing.

In beroep stelt het CBB dat het goed is om in eerste instantie bij de datum van de inschrijving bij de KvK aan te sluiten voor het bepalen van de ‘start van de activiteiten’. Dat is immers praktisch, eenvoudig en in veel gevallen ook volledig terecht. Maar, zo overweegt het CBB:

Als echter, zoals in dit geval, de aanvrager aan de hand van objectief bepaalde feiten en omstandigheden bestrijdt dat de dag van inschrijving in het handelsregister als start van zijn of haar activiteiten moet worden aangemerkt, kan verweerder (…) daar niet aan voorbijgaan door uitsluitend naar de datum van inschrijving in het handelsregister te verwijzen.”

Enige flexibiliteit en maatwerk mag dus worden verwacht en dat biedt perspectief voor alle ondernemers die ook door een afwijkende situatie net naast de tegemoetkoming grijpen. Zie voor de hele uitspraak: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CBB:2021:845

Vragen?

Heb je vragen over deze blog en/of loop je zelf aan tegen de statische beperkingen van de TVL regeling? Benader dan gerust één van onze ondernemingsrecht specialisten;