T +31 53 303 30 00

 

SERIE: De vaststellingsovereenkomst in detail besproken, deel II

TLC International Law > Arbeidsrecht  > SERIE: De vaststellingsovereenkomst in detail besproken, deel II

SERIE: De vaststellingsovereenkomst in detail besproken, deel II

Introductie

Zoals vorige week aangekondigd, zullen wij de komende tijd wekelijks een korte uitleg geven over de inhoud van een vaststellingsovereenkomst in het arbeidsrecht. Vorige week is uitgelegd wat een vaststellingsovereenkomst is en wanneer hier gebruik van wordt gemaakt in het arbeidsrecht.

Deze week is het tijd voor deel 2 en brengen we de beëindigingsgrond onder de aandacht.

De beëindigingsgrond

De vaststellingsovereenkomst wordt gesloten met het oog op het beëindigen van het dienstverband waarna door de werknemer een WW-uitkering kan worden aangevraagd. In dat geval moet er sprake zijn van niet-verwijtbare werkloosheid. Hier zal de komende weken nader op worden ingegaan.

In iedere vaststellingsovereenkomst staat de reden van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst vermeld: de beëindigingsgrond.

Considerans

De beëindigingsgrond staat vermeld in de considerans. In een considerans is door partijen opgenomen hoe zij tot een bepaalde schriftelijke overeenkomst zijn gekomen. Er kan iets instaan over de onderhandelingen naar de overeenkomst toe, maar ook over de doelen die partijen met de overeenkomst wensen te bereiken en de veronderstellingen waar zij vanuit zijn gegaan bij het aangaan van de overeenkomst. In de considerans staan dus niet de daadwerkelijke afspraken die partijen maken in de overeenkomst, maar dus wel de reden van de beëindiging van de overeenkomst.

Neutrale beëindigingsgrond

Terug naar de beëindigingsgrond. Voor het opstellen van een grond is het aan te raden te kiezen voor een neutrale grond voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Hierbij kun je denken aan: ‘verschil van inzicht’, ‘verstoorde arbeidsverhouding’, of algemener: ‘redelijke grond voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst als bedoeld in art. 7:669 lid 1 sub 3 BW’.

Er bestaat geen plicht om een specifieke redelijke grond te kiezen zoals staat opgenomen in de wet onder a tot en met h van artikel 7:669 lid 1 sub 3 BW.

De aanwezigheid van een bedrijfseconomische reden wordt in inhoudelijke dossiers zelfstandig getoetst door het UWV en verdient daarom als neutrale grand niet de voorkeur, tenzij de bedrijfseconomische reden ook echt speelt.

Vragen?

Heeft u vragen over deze blog? Een vaststellingsovereenkomst ontvangen of een andere arbeidsrechtelijke vraag? Benader dan gerust ons team arbeidsrecht: Willeke Krieger (krieger@tlcadvocaten.nl),  Pierrette Kuipers (kuipers@tlcadvocaten.nl) of Justy Nijland (nijland@tlcadvocaten.nl). Tevens zijn wij te bereiken op 053-3033000 of via info@tlcadvocaten.nl.

Volgende week wordt de beëindigingsdatum behandeld in het derde deel van deze serie!