SERIE: De vaststellingsovereenkomst in detail besproken, deel V
Introductie
Zoals enige tijd geleden op onze website en socials is aangekondigd zullen wij de komende tijd wekelijks een korte uitleg geven over de inhoud van een vaststellingsovereenkomst in het arbeidsrecht. In de eerste week is uitgelegd wat een vaststellingsovereenkomst is en wanneer hier gebruik van wordt gemaakt in het arbeidsrecht. Inmiddels hebben we al verscheidene blogs gewijd aan dit interessante onderwerp.
Deze week gaan wij in deel 5 nader in op de vrijstelling van werk tot aan de einddatum en het opnemen van vakantiedagen.
Deel V Vrijstelling van werkzaamheden
Vrijstelling van werkzaamheden
De werkgever neemt in veel vaststellingsovereenkomsten op dat de werknemer is vrijgesteld van werkzaamheden vanaf het moment van het ondertekenen van de overeenkomst tot aan de juridische einddatum van de arbeidsovereenkomst. Dat betekent dat hij tot aan de einddatum niet meer hoeft te werken.
Vakantiedagen
Bij uitdiensttreding heeft een werknemer recht op een vergoeding van niet-opgenomen vakantiedagen. De gedachte daarachter is dat iedere werknemer (wettelijk) recht heeft op vakantie. De wetgever vindt het van belang dat werknemers deze vakantie ook daadwerkelijk opnemen. Om deze reden behoudt de werknemer zijn recht op vakantie ook bij einde dienstverband. Daarmee wordt de werknemer in staat gesteld om na beëindiging van de arbeidsovereenkomst alsnog met ‘vakantie’ te gaan. De werknemer heeft en houdt dit recht onafhankelijk van de manier van ontslag.
Opsouperen vakantiedagen
Een vrijstelling van werkzaamheden betekent niet zonder meer dat moet worden aangenomen dat de werknemer zijn vakantiedagen daarmee heeft opgenomen. Dat zal uitdrukkelijk in de vaststellingsovereenkomst moeten worden opgenomen. Gebeurt dat niet, dan kan de werknemer in beginsel na beëindiging alsnog een betaling van niet-opgenomen vakantiedagen vorderen. Overigens bouwt de werknemer ook gedurende de vrijstelling van werkzaamheden vakantiedagen op.
Werkgevers nemen daarom vaak de bepaling op dat de nog openstaande vakantiedagen als ‘genoten’ moeten worden beschouwd tijdens de periode dat de werknemer is vrijgesteld van werk. Met name indien er sprake is van een langere periode van vrijstelling van werk, vinden werkgevers het redelijk dat in die periode de vakantiedagen worden opgesoupeerd. Daarbij kan in de vaststellingsovereenkomst nog een onderscheid gemaakt worden tussen wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen. Mochten er bij het einde van de arbeidsovereenkomst alsnog dagen resteren, dan dienen deze te worden uitbetaald. Is er sprake van een negatief saldo? Dan kan de werknemer proberen te onderhandelen dat deze niet betaald hoeven te worden, maar worden verrekend met het laatste loon of vakantiegeld.
Vragen?
Heeft u vragen over deze blog? Een vaststellingsovereenkomst ontvangen of een andere arbeidsrechtelijke vraag? Benader dan gerust ons team arbeidsrecht: Willeke Krieger (krieger@tlcadvocaten.nl), Pierrette Kuipers (kuipers@tlcadvocaten.nl) of Justy Nijland (nijland@tlcadvocaten.nl). Tevens zijn wij te bereiken op 053-3033000 of via info@tlcadvocaten.nl.
Volgende week wordt, in deel VI van deze serie, de beëindigings-/ontslagvergoeding behandeld.