T +31 53 303 30 00

 

SERIE: De vaststellingsovereenkomst in detail besproken, deel VI

TLC International Law > Arbeidsrecht  > SERIE: De vaststellingsovereenkomst in detail besproken, deel VI

SERIE: De vaststellingsovereenkomst in detail besproken, deel VI

Introductie

Zoals enige tijd geleden op onze website en socials is aangekondigd zullen wij de komende tijd wekelijks een korte uitleg geven over de inhoud van een vaststellingsovereenkomst in het arbeidsrecht. In de eerste week is uitgelegd wat een vaststellingsovereenkomst is en wanneer hier gebruik van wordt gemaakt in het arbeidsrecht. Inmiddels hebben we al verscheidene blogs gewijd aan dit interessante onderwerp.

Deze week gaan wij in deel 6 nader in op de beëindigings-/transitievergoeding, in de volksmond ook wel ‘ontslagvergoeding’ genoemd.

Deel VI         Beëindigings-/transitievergoeding

Transitievergoeding in hoofdlijnen
Per 1 januari 2020 heeft de werknemer recht op de transitievergoeding bij ontslag vanaf de eerste werkdag. De hoofdregel is dat de transitievergoeding gelijk is aan 1/3e maandsalaris per dienstjaar en niet langer, zoals voorheen wel het geval was, leeftijdsgebonden is. De vergoeding is per 1 januari 2020  maximaal € 83.000 bruto. Als het jaarsalaris van de werknemer hoger is dan € 83.000, is de vergoeding maximaal 1 bruto jaarsalaris.

Transitievergoeding in de vaststellingsovereenkomst
In het geval sprake is van een vaststellingsovereenkomst is geen sprake van ontslag, maar sprake van beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden. In dit geval is de werkgever niet verplicht een transitievergoeding uit te keren, hoewel dit in de praktijk wel gebruikelijk is. De hoogte van de transitievergoeding is, zoals hierboven geschetst, in beginsel wettelijk geregeld, maar het staat partijen vrij afwijkende afspraken te maken. Indien geen transitievergoeding wordt opgenomen in de vaststellingsovereenkomst, kan dit voor het UWV echter reden zijn om aan te nemen dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst aan de werknemer is te wijten. Het niet opnemen van een transitievergoeding kan derhalve wellicht reden zijn voor het UWV om een eventuele uitkering op grond van de werkloosheidswet te weigeren.

Uitbetaling transitievergoeding
De wet regelt niet wanneer de transitievergoeding moet zijn betaald. Wel staat in de wet dat de werknemer recht heeft op wettelijke rente. Dit recht gaat in vanaf 1 maand na het einde van de arbeidsovereenkomst. Partijen doen er aldus verstandig aan in de vaststellingsovereenkomst expliciet op te nemen wanneer de transitievergoeding zal worden uitbetaald.

De transitievergoeding wordt voorts in de regel bruto berekend. Om misverstanden te voorkomen doen partijen er verstandig aan op te nemen of de overeengekomen vergoeding zoals vermeld in de vaststellingsovereenkomst bruto dan wel netto is.

Vragen?
Heeft u vragen over deze blog? Een vaststellingsovereenkomst ontvangen of een andere arbeidsrechtelijke vraag? Benader dan gerust ons team arbeidsrecht: Willeke Krieger (krieger@tlcadvocaten.nl),  Pierrette Kuipers (kuipers@tlcadvocaten.nl) of Justy Nijland (nijland@tlcadvocaten.nl). Tevens zijn wij te bereiken op 053-3033000 of via info@tlcadvocaten.nl.

Volgende week wordt, in deel VII van deze serie, de vergoeding van rechtsbijstand behandeld.