SERIE: De vaststellingsovereenkomst in detail besproken, deel VIII
Introductie
Inmiddels hebben wij reeds in meerdere blogs de verscheidene aspecten van de vaststellingsovereenkomst uiteengezet. Meest recentelijk hebben de juridische kosten behandeld.
Deze week gaan wij, in deel 8 van deze reeks, nader in op het finaal kwijtingsbeding.
Deel VIII Finaal kwijtingsbeding
Finale kwijting
Praktisch alle vaststellingsovereenkomsten kennen aan het einde een bepaling omtrent finale kwijting. Beide partijen verklaren in dit beding dat zij, na het nakomen van de afspraken uit de vaststellingsovereenkomst, niets meer van elkaar te vorderen hebben. Veelal wordt het volgende beding opgenomen: “partijen verlenen elkaar -na uitvoering te hebben gegeven aan hetgeen voortvloeit uit deze vaststellingsovereenkomst- over en weer finale kwijting met betrekking tot de arbeidsovereenkomst en de beëindiging daarvan.
Doel
Het doel van een dergelijk finaal kwijtingsbeding is het definitief sluiten van het ontslagdossier, opdat de werkgever in een later stadium niet meer geconfronteerd wordt met eventuele vorderingen of claims. De werknemer kan ook belang hebben bij een finaal kwijtingsbeding, bijvoorbeeld een openstaande schuld die hij heeft. Op grond van de finale kwijting kan de werkgever niet langer eisen dat deze schuld wordt afgelost. Na het aangaan van een vaststellingsovereenkomst kunnen beide partijen zich niet langer beroepen op aanspraken die niet in de vaststellingsovereenkomst geregeld zijn.
Problemen achteraf
In de praktijk zien wij dat het voor kan komen dat de werkgever en werknemer alsnog van mening verschillen welke onderwerpen wel en niet onder de finale kwijtingsbepaling vallen, bijvoorbeeld ten aanzien van aandelen of pensioenaanspraken. Daarnaast is het denkbaar dat in de onderhandelingen een bepaald onderwerp is vergeten. Uitgangspunt hierbij is dat beide partijen gebonden zijn aan de finale kwijting en dus geen aanspraken meer hebben. Het is echter de werkgever die er voor moet zorgen dat alle onderwerpen worden besproken tijdens het onderhandelingsgesprek en dat er geen onduidelijkheden bestaan over de vaststellingsovereenkomst.
Rechter
Het is mogelijk dat één van beide partijen zich tot de rechter wendt. De rechter kan zich over de kwestie buigen en al dan niet oordelen dat bepaalde onderwerpen besproken hadden moeten worden en in de vaststellingsovereenkomst opgenomen hadden moeten zijn. Het oordeel van de rechter kan zijn dat de werkgever alsnog een bepaalde post moet vergoeden, nu het in de risicosfeer ligt van de werkgever dat bepaalde onderwerpen besproken en opgenomen hadden moeten zijn.
Vragen?
Heeft u vragen over deze blog? Een vaststellingsovereenkomst ontvangen of een andere arbeidsrechtelijke vraag? Benader dan gerust ons team arbeidsrecht: mr. Willeke Krieger (krieger@tlcadvocaten.nl), mr. Pierrette Kuipers (kuipers@tlcadvocaten.nl) of Justy Nijland (nijland@tlcadvocaten.nl). Tevens zijn wij te bereiken op 053-3033000 of via info@tlcadvocaten.nl.
De volgende keer wordt, in deel IX van deze serie, de bedenktermijn behandeld. Deel IX zal het laatste deel zijn uit deze reeks.