T +31 53 303 30 00

 

Vervangende toestemming Coronavaccinatie bij twaalfjarige

TLC International Law > Covid-19  > Vervangende toestemming Coronavaccinatie bij twaalfjarige

Vervangende toestemming Coronavaccinatie bij twaalfjarige

Het overgrote gedeelte van onze bevolking heeft één of beide vaccinaties al gehad en inmiddels is gestart met de boostervaccinatie. Uitgangspunt bij vaccinaties is de keuzevrijheid: eenieder heeft recht op bescherming van de lichamelijke integriteit, waarbij ook hoort de keuzevrijheid voor een vaccinatie. Is het echter mogelijk dat een minderjarige van 12 jaar de rechter om vervangende toestemming vraagt, indien één van zijn ouders weigert toestemming te geven om hem te laten vaccineren? Over deze vraag boog de rechtbank Noord-Nederland zich recentelijk (ECLI:NL:RBNNE:2021:4096).

Artikel 1:253a BW

Het geschil tussen de ouders van het kind gaat over de zorg voor zijn lichamelijk gezondheid. Dit onderwerp valt onder de verantwoordelijkheid van de ouders die met het gezag belast zijn. In het onderhavige geval zijn beide ouders belast met het gezag en kan de rechtbank (op grond van artikel 1:253a BW) hierover oordelen. Voornoemd artikel staat de rechter toe om in het belang van de minderjarige te beslissen over geschillen over de uitoefening van het gezag.

Overweging rechtbank

De minderjarige geeft aan dat hij graag gevaccineerd zou worden, omdat zijn oma terminale longkanker heeft en hij slechts met een vaccin nog contact met zijn oma kan hebben in haar laatste levensfase. Voor hem is het aldus van groot belang dat hij gevaccineerd wordt. De moeder van de minderjarige verleent haar toestemming van het laten vaccineren van haar zoon.

De vader van de minderjarige maakt zich echter zorgen over de risico’s van het vaccin, bijvoorbeeld vermeende ontstekingen van het hartzakje of hartspier, hetgeen voorkomt bij 1 op de 15.000 gevaccineerde jongens tussen de 12 en 18 jaar. De rechter overweegt dat kinderen wel degelijk corona kunnen krijgen en hiermee ook anderen kunnen besmetten. Ook overweegt de rechtbank dat de vrezen van de vader begrijpelijk zijn, doch dat de ernstige bijwerkingen zoals door hem bedoeld, goed kunnen worden herkend en tot volledig herstel kunnen leiden.

De rechtbank neemt ook mee in haar oordeel dat de risico’s die de vader heeft opgesomd, allemaal risico’s zijn die de gezondheidsraad heeft meegenomen in haar afweging voorafgaand aan het geven van het positieve advies om kinderen tussen 12 en 18 jaar te laten vaccineren.

Oordeel

Gelet op het advies van de gezondheidsraad en de bij de vaccinatie betrokken belangen, waaronder ook begrepen de terminale ziekte van de oma van de minderjarige, brengen dat de rechter vervangende toestemming verleent om de minderjarige te laten vaccineren. De rechter vindt het van belang dat het vaccineren van de minderjarige op korte termijn plaatsvindt en verklaart zijn beslissing uitvoerbaar bij voorraad.

Vragen?

Heeft u vragen over deze blog of andere familierechtelijke kwesties? Benader dan gerust ons team van familierecht: mr. Willeke Krieger (krieger@tlcadvocaten.nl) of mr. Pierrette Kuipers (kuipers@tlcadvocaten.nl). Tevens zijn wij te bereiken op 053-3033000 of via info@tlcadvocaten.nl.