Werkgeversaansprakelijkheid voor coronaschade
Werkgevers opgelet: indien er onvoldoende preventieve coronamaatregelen worden getroffen, bent u als werkgever mogelijk aansprakelijk voor de schade die ontstaat ten gevolge van een besmetting met het virus. Dit werd door een kantonrechter in Amsterdam geoordeeld eind vorige jaar (Rechtbank Amsterdam 16 december 2022 (ECLI:NL:RBAMS:2022:7569). Een werkneemster van een zorginstelling ondervond nog veel gezondheidsklachten terwijl ze inmiddels niet meer besmet was met het coronavirus. Nadat haar werkgeefster en haar aansprakelijkheidsverzekeraar de aansprakelijkheid van de hand wezen, is de werkneemster van de zorginstelling een procedure gestart.
De feiten
De werkneemster werkte als coördinerend verpleegkundige bij een zorginstelling. Alle werknemers dienden zich te houden aan de zogeheten ‘werkinstructie extra beschermende maatregelen (EBM) bij een cliënt met (verdenking op) het coronavirus’. Hierin waren maatregelen opgenomen ter bescherming van de medewerker zoals het dragen van een chirurgisch mondmasker, spatbril en handschoenen. Deze maatregelen golden echter slechts indien er sprake was van een hoestende/niezende patiënt die vermoedelijk met het virus besmet zou zijn.
Tot het moment dat een bewoner getest werd, stond het hem of haar in beginsel vrij om zich in de woonkamer en op de gangen van de betreffende afdeling te begeven. Daarna werd de bewoner voor zover mogelijk geïsoleerd verpleegd. In de woonkamer en op de gangen van de afdeling droegen de verpleegkundigen in eerste instantie geen persoonlijke beschermingsmaatregelen (PBM). Werkneemster heeft op 17 april 2020 aangegeven corona-gerelateerde klachten te ondervinden en heeft zich diezelfde dag laten testen. Op 19 april 2020 bleek haar covid-19 test positief.
Het geschil
Volgens de werkneemster is haar werkgeefster tekortgeschoten in haar zorgplicht van art. 7:658 BW. Dit zou volgens haar tot gevolg hebben dat de werkgeefster aansprakelijk is voor de door haar geleden en nog te leiden schade ten gevolge van de coronabesmetting. Hoofdzakelijk stelt de werkneemster zich op het standpunt dat de werkgeefster niet voldoende maatregelen heeft getroffen om coronabesmettingen te voorkomen.
De overweging
De kantonrechter diende in deze zaak te beoordelen of kan worden vastgesteld dat werkneemster haar covid-19 besmetting heeft opgelopen op de werkvloer en zo ja, of werkgeefster haar zorgplicht heeft geschonden. Ten aanzien van de eerste vraag oordeelt de rechter dat de werkneemster voldoende heeft aangetoond dat zij in de uitoefening van haar werkzaamheden corona heeft opgelopen.
Ten aanzien van de zorgplichtschending is de vraag waar het om draait of werkgeefster, binnen de grenzen van wat op dat moment van haar kon worden gevraagd, voldoende heeft gedaan om besmetting van werkneemster met covid-19 te voorkomen. De rechter oordeelde dat de werkgeefster in deze zaak onvoldoende voorzorgsmaatregelen had getroffen om besmetting te voorkomen gezien het feit dat de PBM pas bij verdenking van corona in acht genomen dienden te worden. De werkgever had voor te grote risico’s gezorgd door te laat een breder gebruik van PBM toe te staan en was daarom aansprakelijk voor de door werkneemster geleden en nog te lijden schade.
Vragen?
Heeft u vragen over deze blog of andere letselschade kwesties? Benader dan gerust onze specialisten via mr. Willeke Krieger (krieger@tlcadvocaten.nl). Ook kunt u ons bereiken op 053-3033000 (Enschede) of 0523-745640 (Hardenberg) of via info@tlcadvocaten.nl.