De Wet Franchise toegelicht
De Franchisecode uit 2016 is per 1 januari 2021 vervangen door de Wet Franchise. Hiermee krijgt de franchise een wettelijke basis. De Wet Franchise heeft tot doel de relatie tussen franchisegever en franchisenemer meer evenwichtig te maken. De Wet Franchise is voorts van dwingend recht, hetgeen betekent dat niet ten nadele van een in Nederland gevestigde franchisenemer van deze wet mag worden afgeweken.
Wanneer is de Wet Franchise van toepassing?
De Wet Franchise is van toepassing als de franchisenemer in Nederland is gevestigd. Dit geldt ook indien franchisegever en franchisenemer in het contract een rechtskeuze hebben gemaakt voor een ander recht dat het Nederlandse recht.
Doel Wet Franchise
Voordat de Wet Franchise ging gelden, hadden we de Franchisecode. Deze code gaf aanwijzingen omtrent de vormgeving van de samenwerking tussen franchisegever en franchisenemer. De code had echter geen wettelijke basis, waardoor het niet verplicht was deze toe te passen. Voorts was de code erg algemeen geformuleerd, hetgeen ertoe leidde dat de balans tussen de belangen van franchisegever en franchisenemer in de praktijk geregeld onvoldoende was gewaarborgd. Van nature is er namelijk een overwicht aan de zijde van de franchisegever, omdat deze eigenaar is van de franchiseformule. De Wet Franchise heeft tot doel de balans in deze onderlinge relatie van franchisegever en franchisenemer te herstellen en (wettelijk) te waarborgen.
Bepalingen Wet Franchise
De Wet Franchise geeft dwingende regels voor alle drie de fases van de franchiseovereenkomst, namelijk:
- De precontractuele fase (in deze fase is dus nog geen sprake van een contract, maar wel van onderhandelingen);
- De fase gedurende looptijd van het contract;
- De fase na beëindiging van het contract.
Fase 1
Ten behoeve van de eerste fase zijn met name regels opgenomen omtrent de (wijze van) informatieverstrekking van franchisegever aan franchisenemer.
De Wet Franchise geeft de franchisegever op dit punt een aantal informatieverplichtingen waar tijdig, zijnde in ieder geval vier weken voor het sluiten van het contract, aan moet worden voldaan. Denk hierbij aan een conceptversie van de franchisecontract, informatie over de financiële positie van franchisegever, maar ook informatie over het overleg dat volgens de Wet Franchise minimaal één keer per jaar moet plaatsvinden tussen franchisegever en franchisenemer. Aan de andere kant mag van de franchisenemer een zekere mate van onderzoek worden verwacht en komt het niet-nakomen hiervan voor rekening en risico van de franchisenemer.
Fase 2
De Wet Franchise heeft een zorgplicht vastgelegd voor de franchisenemer gedurende de looptijd van het contract. Voorts geldt ook hier dat de franchisegever verschillende informatieverplichtingen heeft jegens franchisenemer. Zo moet franchisegever jaarlijks aan franchisenemer te kennen geven in hoeverre de door franchisenemer betaalde fee’s de kosten c.q. investeringen dekken en eventuele voorgenomen wijzigingen in de franchiseovereenkomst kenbaar maken.
Fase 3
Voor deze fase zijn met name bepalingen opgenomen omtrent goodwill en non-concurrentiebedingen. Bij het beëindigen van de overeenkomst mag een eventueel schriftelijk concurrentiebeding niet langer dan 1 jaar gelden en enkel worden gesloten voor het gebied waarin de franchisenemer werkzaam was. Ook stelt de Wet Franchise een goodwill bepaling in de overeenkomst verplicht. Deze verplichte goodwill bepaling moet in ieder geval bepalen op welke manier wordt vastgesteld of er goodwill aanwezig is in de onderneming van de franchisenemer, welke omvang deze heeft en in hoeverre de goodwill aan de franchisegever/franchisenemer is toe te rekenen. Verder moet worden opgenomen op welke manier de goodwill, die redelijkerwijs is toe te rekenen aan de franchisenemer, bij de beëindiging van de franchiseovereenkomst wordt vergoed aan de franchisenemer in het geval de franchisegever de franchiseonderneming zelf voortzet of overdraagt aan een derde.
Hoe zit het met reeds bestaande franchisecontracten?
De Wet Franchise geldt vanaf de inwerkingtreding in principe voor alle lopende en voor alle nieuwe franchiseovereenkomsten. Voor bepaalde elementen, zoals het hierboven genoemde concurrentiebeding en de goodwill, geldt een overgangstermijn van 2 jaar. Franchisegevers en franchisenemers hebben dus tot 1 januari 2023 om hun contracten in overeenstemming te brengen met de nieuwe Wet Franchise.
Vragen
Heeft u vragen over deze blog of andere contractuele kwesties? Heeft u wellicht een franchiseovereenkomst die nog dient te worden getoetst aan de nieuwe wetgeving? Benader dan gerust ons team van ondernemingsrecht: mr. Anne Hoekman (Hoekman@tlcadvocaten.nl) of mr. Carl Luttikhuis (Luttikhuis@tlcadvocaten.nl). Tevens zijn wij te bereiken op 053-3033000 of via info@tlcadvocaten.nl.